Een (school)trauma bij kinderen: Hoe herken je het en wat kun je doen?
Wat is een trauma?
Als een kind een nare ervaring heeft gehad kan hij/zij daar last van blijven houden. Ook wanneer dit gebeurt in de baby- of peutertijd. Het kan zijn dat het kind zelf iets heeft meegemaakt, of dat hij/zij erbij was toen er iets gebeurde.
Er zijn verschillende gebeurtenissen die voor een kind als traumatisch ervaren kunnen worden. Ruzie of geweld, (seksuele) mishandeling, ziekte of een ongeluk. Maar thema’s die hier vaak in vergeten worden zijn pesten en andere vervelende schoolervaringen. Denk hierbij aan dat een kind ‘niet’ gezien wordt op school door de docent of schaamte voelt als hij voor de klas staat en iets onjuist heeft.
Belangrijk om te weten
Belangrijk om te weten is dat het trauma niet door de gebeurtenis zelf komt, maar door hoeveel impact die gebeurtenis op een kind heeft. Twee kinderen kunnen dus hetzelfde meemaken, waarbij de één een trauma ontwikkelt en de ander niet. Ook belangrijk is dat de grote van een gebeurtenis niet van toepassing is op het mogelijk ontwikkelen van een trauma.
Het kan zijn dat het kind direct na de gebeurtenis last heeft van nare gevoelens, maar ook dat hij dit pas later merkt.
Het kind kan last hebben van gedachten waarin hij de gebeurtenis steeds opnieuw beleeft, moeite hebben met in slaap komen of nachtmerries hebben. Misschien vermijdt hij/zij een bepaalde plek om niet aan de gebeurtenis herinnerd te worden. Het kind kan ook moeite hebben met opletten, agressief, boos, verdrietig of schrikachtig zijn.
Schooltrauma
In het onderwijs is er nog weinig kennis over deze vorm van trauma. Deze vorm van trauma ontstaat bij kinderen voor wie school niet voelt als een veilige plek. De oorzaak hiervan kan bijvoorbeeld zijn dat de leerstof langdurig niet aansluit bij wat het kind nodig heeft: de leerstof is vrijwel altijd te moeilijk of juist te makkelijk. Een kind heeft last van de enorme hoeveelheid prikkels die je nu eenmaal hebt in een schoolklas, maar kan daar niet weg. Een kind wordt langdurig gepest of buitengesloten door medeleerlingen of de leerkracht ‘ziet’ het kind niet.
Invloed op het denken
Als een als kind onveilig opgroeit, bijvoorbeeld omdat het thuis of op school niet veilig is, gaat het anders denken over de wereld, zichzelf en andere mensen. Je ontwikkelt een idee van de wereld dat uitgaat van onveiligheid.
Invloed op het gedrag
Als een kind ervan overtuigd is dat het slecht is, dom is, niets kan en door niemand leuk gevonden wordt, heeft dat invloed op hoe hij/zij zichzelf gedraagt thuis en op school.
Thuis merk je dan dat het kind geen nieuwe dingen wil doen of niet naar een plaats wil waar hij nooit is geweest. Op school zie je dat ook: het kind heeft moeite met nieuwe leerstof, omdat het zeker weet dat toch niet te kunnen. Hij/zij zal manieren verzinnen om die dingen niet te hoeven doen. Dat kan ‘onopvallend’ door niets te doen. Het kan ook via actief verzet: de clown uithangen of opstandig worden.
Vriendschappen
In de omgang met vrienden en vriendinnen zie je het negatieve zelfbeeld van een kind vaak terug. Als een kind door een trauma het idee heeft gekregen dat het stom/lelijk/dom is, is het mogelijk dat ze ervan overtuigd zijn dat niemand met hen bevriend wil zijn/raken. En als ze wel vrienden zijn, is het mogelijk dat ze ervan uitgaan in de steek te laten te worden. Dat proberen ze te voorkomen door: geen vrienden te maken, door niet te reageren op vriendschapsvoorstellen van anderen, door vriendschappen expres kapot te maken (dan is het maar vast gebeurd).
Ruzie met volwassenen
Als je getraumatiseerd bent, is er één ding dat je absoluut wil: controle. Over álles. Dat komt omdat het kind bij de traumatische gebeurtenis(sen) compleet machteloos was. Hij/zij kon immers niets doen om de gebeurtenis(sen) te stoppen. Onbewust gaat het kind machteloosheid voorkomen door dwangmatige controle te verkrijgen. Helaas ben je als kind gehoorzaamheid verschuldigd aan volwassenen. Je moet nu eenmaal doen wat je ouders of de leerkracht zeggen. Dat levert dus constant stevige conflicten op.
Thuis voelen door gezien te worden
Stichting LOEK@YOU helpt kinderen en jongeren van 4 tot en met 21 jaar, maar er zijn uitzonderingen mogelijk. Het gaat hierbij om kinderen die zijn vastgelopen of niet goed mee kunnen komen op school en die soms zelfs thuis zijn komen te zitten. Wij bieden individuele zorg en begeleiding, met als uitgangspunt de mogelijkheden en talenten van het kind. We zien de kinderen voor wie ze zijn, zodat ze zich thuis voelen en na een tijdje op eigen kracht verder kunnen.
Stichting LOEK@YOU werkt vanuit het principe ‘natuurlijk leren’. Leren op basis van intrinsieke motivatie, de motivatie die ontstaat uit een behoefte tot zelfontplooiing. Je zou ook kunnen zeggen dat intrinsiek gemotiveerde activiteiten, activiteiten zijn die iemand in zichzelf plezier geven. Deze activiteiten worden beïnvloed door een krachtige leeromgeving. Het resultaat: met veel plezier en voldoening gaat het leerrendement omhoog.